Mussel,
zijn vroegere inwoners,
hun leven & hun huizen
versie mei 2019
klik op de afbeeldingen voor
een vergroting
Musselweg 126
De
familie
Scholte
uit
Ellersinghuizen
verkoopt
op
2
mei
1859
het
beklemrecht
van
ca.1,5
ha
heideland
en
een
daarop
staand
huis
aan
Hendrik
Jans
Stuut
en
zijn
zoon
Warmtje.
Vader
en
zoon
betalen
ƒ10
voor
het
beklemrecht.
De
pacht
wordt
vastgesteld
op
ƒ26
per
jaar
(bron
RHC
GrA
2207-6130-12)
.
Volgens
de
akte
woont
de
familie
Stuut
in
Mussel.
Bij
de
koop
is
Warmtje
al
getrouwd
met
Anna
Wezeman
en
ze
hebben
dus
samen
in
het
huisje
op
dit
stukje
heide
gewoond. In de onderstaande tabel vindt u eerst de gegevens van het gezin van pa Hendrik.
De
gezamenlijke
bewoning
is
maar
kort
geweest:
op
2
november
1859
overlijdt
pa
Hendrik
en
wordt Warmtje gezinshoofd.
We
komen
de
familie
Stuut
in
de
aktes
van
de
Burgerlijke
Stand
ook
tegen
met
de
achternaam
Stuit.
Zoon
Siemon
was
“milicien”,
soldaat,
maar
niet
altijd
even
oppassend.
Op
6
juli
1885
mag
hij
zes
nachtjes
logeren
in
de
gevangenis
van
Vlagtwedde.
Hij
was
veroordeeld
voor
openbare
dronkenschap in militair uniform. Siemon en Willemtje Boelm trouwen “in” bij pa.
Als
pa
Warmtje
in
1889
komt
te
overlijden
moet
het
“spul”
worden
verdeeld.
Zeven
jaar
later,
op
25
maart
1896
,
zitten
de
kinderen
van
Warmtje
en
Anna
om
tafel.
Niet
Siemon,
maar
zijn
broer
Warntje
koopt
het
huis.
Samen
met
enkele
percelen
landbouwgrond
wordt
hij
voor
ƒ800
de
nieuwe
eigenaar
(bron
RHC
GrA
T122-229-37)
.
Warntje
is
dan
nog
niet
getrouwd.
We
weten
nog
niet
of Siemon verhuist is en waarnaar toe.
Op
30
juli
1898
gaat
Siemon
in
de
fout.
Hij
slaat
de
vrijgezelle
Jan
Braam
van
Bovensteveenweg
8
herhaaldelijk
met
een
stuk
hout.
Stuut
wordt
veroordeeld
tot
een
boete
van vijf gulden of een vervangende hechtenis van tien dagen
(bron: RHC GrA 882-435-rol 338)
.
Op 21 april 1900 trouwt Warntje met Klasina Ottes.
Op
1
maart
1911
verkoopt
Warntje
zijn
bezit
voor
ƒ2000,-
aan
Marten
Pieter
Ruiter
uit
Winschoten
(bron
RHC
GrA
122-267-84)
en
verhuist
naar
Bovensteveenweg
8
.
Het
is
een
drukke
periode
voor
Marten,
want
een
dag
later
moet
hij
in
Veendam
zijn
voor
zijn
huwelijk
met
Dievertje
Schuringa.
Behalve
de
bezittingen
van
Warntje
koopt
Ruiter
meerdere
percelen
landbouwgrond
in
de
omgeving
.
Van
Marten
is
verder
weinig
bekend,
maar
misschien
gaan
we
meer
vinden.
Het
is
maar
de
vraag
of
Marten
en
Dievertje
hier
hebben
gewoond.
Hun
huisnummer,
I192,
past
in
het
Bevolkingsregister
niet
in
de
systematiek
voor
dit
adres.
In
afwachting van wat we nog gaan vinden plaatsen we hier wel zijn gegevens.
Op
29
juni
1916
verkoopt
Marten
bij
opbod
zijn
onroerende
goederen.
Berend
Scheper
van
Musselweg
36a
wordt
voor
ƒ2500
de
nieuwe
eigenaar
van
het
boerderijtje.
Voor
de
bijbehorende landerijen betaalt hij ƒ4730,-
(bron RHC GrA 122-293-376)
.
Berend
heeft
hier
niet
gewoond.
De
overdracht
van
het
boerderijtje
is
op
1
mei
1917
maar
al
op
5
april
1917
verkoopt
hij
het,
dus
nog
voor
de
officiële
aanvaarding.
Het
zou
ook
best
kunnen
dat
zowel
Ruiter
als
Scheper
het
boerderijtje
hebben
verhuurd;
in
de
nieuwe
koopakte
is
een
bepaling
te
lezen
dat
de
vaste
huur
in
1918
aan
de
koper
wordt
betaald.
We
proberen
in het bevolkingsregister de huurder te achterhalen.
Terug
naar
5
april
1917:
Berend
Meems
wordt
de
nieuwe
eigenaar.
Voor
het
boerderijtje
en
de
landerijen
betaald
hij
ƒ7000,-.
Berend
Scheper
heeft
er
dus
ƒ230,-
op
toegelegd
(bron
RHC
GrA
122-
297-181)
.
Wie
die
Berend
Meems
was?
Er
woonden
op
dat
moment
maar
liefst
vier
mannen
met
dezelfde
naam
in
Mussel.;
een
aanknopingspunt
kan
zijn
dat
onze
Berend
op
21
juni
1922
in
Süd-Moslesfehn
(Dld)
woont.
Dat
lezen
we
in
een
hypotheekakte,
waarin
is
vastgelegd
dat
hij
ƒ2500
leent
waarbij
hij
het
boerderijtje
op
Musselweg
126
als
onderpand
geeft
(bron
RHC
GrA
T1209-
109-266).
Het
kan
niet
anders
dan
dat
het
moet
gaan
om
“Duutse
Berend”,
Berend
Meems
en
Stientje Meems. We gaan er voorlopig nog vanuit dat dit echtpaar hier ook heeft gewoond.
Op
zeker
moment
verkoopt
Berend
Meems
het
pand.
Wanneer
en
aan
wie
moet
nog
gevonden
worden.
We
springen
dus
een
stuk
over
en
gaan
naar
4
januari
1929
:
een
groep
notabelen,
waaronder
bankdirecteur
Cuijpers
uit
Stadskanaal,
verkoopt
het
huis
aan
Johannes
Bernardus
Bolmer
voor
ƒ5750.
Bij
de
koop
is
een
kleine
5
ha
bouwland
inbegrepen
(bron
RHC
GrA
2207-6815-119)
.
Bolmer
is
nog
niet
getrouwd.
Nu
hij
een
eigen
stekkie
heeft
trouwt
hij
kort
daarop
met Maria Gezina Gerdes.
Ook
Johannes
vindt
het
geen
plek
waar
hij
de
rest
van
zijn
leven
kan
slijten.
Op
24
november
1938
verkoopt
hij
het
aan
Wilhelmus
Kone
en
Gezina
Maria
Russchen
voor
ƒ2000.
De
aanvaarding
is
terstond
mogelijk
en
dat
wijst
op
leegstand.
Een
groot
deel
van
de
landerijen
blijft in bezit van Bolmer
(bron: RHC GrA 2207-6918-47)
.
Op
4
oktober
1940
verkoopt
Wilhelmus
het
pand
aan
Harm
Moorlag
voor
ƒ2900,-.
De
op
het
erf
staande
kapschuur
is
niet
bij
de
koop
inbegrepen
en
wordt
door
Wilhelmus
meegenomen
(bron
RHC
GrA
2207-6935-100)
.
Een
perceel
landbouwgrond
wordt
voor
ƒ900
verkocht
aan
Hendrik
Blok,
die
kort
daarvoor
ook
Musselweg
130
heeft
aangekocht
(bron
RHC
GrA
2207-6935-103)
.
Voor
Wilhelmus
was het, met een winst van ƒ1800 en de kapschuur als bonus, dus een goede deal.
Musselweg 125
Musselweg 127
Musselweg 116 en hoger
Kadastertekening
uit
1912;
het
gebouw
op
perceelnr.
1058
is
het
boerderijtje
van
Musselweg
126.
(bron:
RHC
GrA
kadasterviewer)
ca.1967:
bovenste
foto
v.l.n.r.
Grietje
Moorlag
-
Strockmeijer,
kleindochter
Wija
Moorlag,
Harm
Moorlag.
Onderste
foto
Harm
Moorlag
met
kleindochter
Wija
(collectie
T.Moorlag-Schuurman,
Stadskanaal)
(collectie A.F.W.Kamies, Mussel)
Ansichtkaart
1953.
Rechts
op
de
kaart
het
boerderijtje
op
Musselweg 126
(eigen collectie)
Het
boerderijtje
voor
de
verbouwing
in
1985
(collectie
Harrie
Moorlag, Mussel)
Trouwfoto
Harm
Moorlag
en
Grietje
Strockmeijer
(1935):
achter
v.l.n.r.:
Berend
Meems,
Meeme
Strockmeijer,
bruids-
paar
Harm
en
Grietje,
Hillie
Wever,
Jacob
Strockmeijer,
Hidde
Strockmeijer.
Zittend:
Elisabeth
Meems-Smith
met
Bertus
en
Jan
Meems,
Jan
Strockmeijer,
Jantje
Strock-
meijer-Wubs,
Grietje
van
der
Heide,
Aaltje
Moorlag-Wubs,
Aaltje
Nonkes
van
der
Velde,
Willem
Moorlag,
Hillechien
Moorlag-Brugge.
Vooraan:
Geert
Wubs
en
Jantje
Brugge
(collectie Harm en Grietje Folkers-Meems)