Mussel,
zijn vroegere inwoners,
hun leven & hun huizen
Musselweg
15a
kennen
we
nu
als
een
garagebedrijf.
Ooit
was
het
heideland
in
bezit
van
de
markegenoten
van
Onstwedde.
Bij
de
verdeling
van
de
markegronden
wordt
het
toegewezen
aan
Hendrik
Hendrik
Leffers
uit
Onstwedde.
In
1835
verkoopt
Leffers
het
aan
Bront
Gerrits
Kruizinga.
Een
akte
ontbreekt,
want
de
registratie
van
de
verkopen
van
onroerend
goed
was
nog
net
niet
geregeld.
Bront
kwam
uit
Stadskanaal
en
was
er
bakker.
In
Mussel
wachtte
hem
een
zware
klus:
de
heide
moest
worden
omgetoverd
in
vruchtbare
landbouwgrond.
Hij
bouwt
er
een
onderkomen.
De
kadastrale
legger
heeft
het
over
een
huis,
maar
in
die
tijd
zal
het
een
benaming
zijn
geweest
voor
een
soort
plaggenhut.
De
bevolkingsregisters
waren
nog
niet
ingevoerd,
maar
Bront
zal
er
zijn
komen
wonen
met
zijn
vrouw
Hinderkien
Schuur,
drie
eigen
kinderen en twee kinderen uit een eerder huwelijk van zijn vrouw met Kristiaan Roelfs Jager.
Het
zat
Bront
niet
mee;
kort
na
de
verhuizing
overlijdt
zijn
vrouw
en
blijft
hij
alleen
achter
met
6
kleinere kinderen. De jongste was nog maar een half jaar, de oudste 12 jaar.
Bront is niet opnieuw getrouwd. De elfjarige Elsien zal gezorgd hebben voor het werk in huis.
Bront heeft nog kort inwoning gehad van het gezin van Harm Bunte en Hanna Haan.
Op
13
oktober
1869
verkoopt
Bront
de
woning
met
ca.
1,5
bunder
grond
voor
ƒ1000,-
aan
zijn
zoon Hendrik Bronts Kruizinga en diens vrouw Wubke Jans Erens
(bron RHC GrA T2207-6216-75)
.
Op
26
maart
1887
zit
Hendrik
in
het
beklaagdenbankje
van
de
arrondissementsrechtbank
in
Winschoten.
Bij
het
uitschrijven
van
een
bekeuring
aan
zoon
Hendrik
(betrapt
voor
een
overtreding
op
de
jachtwet)
heeft
Hendrik
sr.
de
commiezen
beledigd
(“
gij
zijt
gemeene
smeerlappen,
dit
zijn
uw
zaken
niet,
verrek
gemeene
ploerten”
).
Staande
voor
het
hekje
heeft
Hendrik,
net
als
zijn
zoon
Bruno,
opgeroepen
als
getuige,
een
acute
geheugenstoornis:
“i
k
herinner
me
niet
dat
ik
de
commiezen
heb
uitgescholden,
maar
zulks
kan
wel
geschied
zijn
”...
De rechter geeft een boete van ƒ8,-
(bron RHC GrA T882-159-106)
.
Op
20
oktober
1897
verkoopt
Hendrik
zijn
boeltje,
samen
met
een
huis
op
Musselweg
2,
voor
ƒ2550
aan
zijn
schoonzoon,
Jan
van
Klinken
(bron
RHC
GrA
T122-231-143)
.
Musselweg
2
is
waarschijnlijk
het
woonadres
van
de
familie
Van
Klinken.
Daar
zijn
ze
blijven
wonen
tot
na
de
dood van Jan en daar vindt u ook de genealogische gegevens van zijn gezin.
Nog
geen
vier
maanden
na
de
aankoop
verkoopt
Jan
van
Klinken,
op
5
februari
1898
beide
huizen
aan
zijn
zwager,
de
jonge
Hendrik
Kruizinga.
Jan
doet
het
over
voor
dezelfde
prijs,
dus
ook voor ƒ2550
(bron RHC GrA T122-232-22)
.
In
een
akte
van
20
januari
1905
lezen
we
weer
over
Hendrik.
Hij
is
dan
weduwnaar
van
Johanna
Sanders.
Een
bezoek
aan
de
notaris
is
nodig
om
zijn
bezit
van
dat
moment
vast
te
leggen.
Zo
werd
de
waarde
van
het
erfdeel
van
de
kinderen
beschreven
voor
later
tijd
als
ze
aanspraak
op
hun
erfdeel
wilden
maken.
Voor
ons
geeft
het
inkijk
hoe
groot
het
boerenbedrijf
van
Kruizinga
was.
Tot
het
bezit
behoorde
een
paard,
vier
koeien,
twee
pinken
en
een
varken.
Het
roerende
goed
had
een
waarde
van
zo’n
ƒ1100.
Daarnaast
was
er
iets
meer
dan
3
ha
landbouwgrond.
In
de
akte
worden
tien
percelen
genoemd
(bron
RHC
GrA
119-119-6279)
.
In
1908
trouwt
Hendrik Kruizinga met Geertruida Moorlag van
Musselweg 23
.
In
1920
gaat
het
huis
door
brand
verloren.
Het
oude
huis
wordt
niet
weer
opgebouwd.
Het
gezin
verhuist
naar
Musselweg
2
.
Op
20
juni
1921
geven
onze
Hendrik
(senior
geworden
inmiddels)
en
zijn
zoons
Hendrik
(de
nieuwe
junior)
en
Evert
hun
bezit
als
onderpand
aan
Geert
Jans
Sterenborg
uit
Onstwedde;
er
wordt
ƒ8000
geleend
(bron
RHC
GrA
T120-105-347)
.
Waarvoor
ze
het
geld
nodig
hadden?
Ongetwijfeld
voor
de
bouw
van
een
nieuw
huis.
Met
de
lening
stoppen
ze
hun
hoofd
in
een
strop,
want
het
gaat
financieel
niet
goed
met
de
familie;
ze
kunnen
hun
betalingsverplichting
niet
nakomen!
Om
zijn
geld
terug
te
krijgen
besluit
Sterenborg
op
2
februari
1928
tot
verkoop
van
het
onroerend
goed.
Naast
het
nieuwe
onderkomen
en
diverse
percelen
landbouwgrond
komt
ook
een
stuk
grond
voor
aan
de
weg
op
Musselweg
15
onder
de
hamer.
Het
is
door
Kruizinga
tot
aan
1942
verhuurt
aan
de
plaatselijke
“stoomdorschvereeniging”.
Ze
willen
er
een
kleine
loods
bouwen.
Bij
monde
van
landbouwer Schuur koopt de vereniging voor ƒ500 de grond
(bron RHC GrA T120-134-30)
.
Zo
omstreeks
1952
koopt
de
dorsvereniging
een
perceel
grond
aan
de
Zandtangerweg
en
bouwen
ze
daar
een
nieuwe,
grotere
loods.
De
loods
op
Musselweg
15a
komt
op
2
juli
1953
in
eigendom
van
Meeme
Folkers.
Hij
heeft
het
met
de
dorsvereniging
geruild
tegen
een
stuk
grond
elders
in
het
dorp.
Om
het
verschil
in
waarde
te
compenseren
geeft
Folkers
nog
ƒ250
toe op de ruiling
(bron RHC GrA OZ$-1069-052-WST)
.
Wordt vervolgd……
Musselweg 15
Musselweg 15b
Musselweg 1 t.m.39
versie november 2018
klik op de afbeeldingen en
schema’s voor een
vergroting
Musselweg 15a
kadastertekening uit 1912;
perceel 2318 is Musselweg 15a
(bron RHC GrA, kadasterviewer)
Situatie 1922/1923; de
opslagloods van de
Coöperatieve
Stoomdorschvereeniging
Mussel en omstreken” is
klaar (bron RHC GrA, kadasterviewer)
Kruizinga is secretaris van de
in 1913 opgerichte
dorsvereniging (Nieuwsblad v.h. Noorden
10 maart 1913)
De brand bij de fam.Kruizinga
(bron Limburger koerier 25 juni 1920)